Uitdagingen in dierentraining

Werken met kundige dieren

Dieren zijn erg kundig in de omgeving waar ze ‘skills’ hebben ontwikkeld, vaardigheden die hen hielpen in die bepaalde omgeving. Worden ze in een andere omgeving gezet dan moeten ze zich weer aanpassen want de context kan ineens totaal anders zijn. 

umbrellas, colorful, arts-1834286.jpg

Aanpassing

Dieren zijn zich bewust van hun omgeving en merken daardoor ook veranderingen op. Een belangrijk onderdeel van de training is het helpen van dieren om onverwachte veranderingen in hun omgeving snel te accepteren. Dit doen trainers door middel van habituatie of desensitisatie, een cruciaal basisonderdeel van de training.

Habituatie houdt in dat dieren geleidelijk worden blootgesteld aan verschillende prikkels, zoals geluiden van klappend publiek, de aanwezigheid van meer mensen in plaats van alleen hun vaste trainer, en andere zaken zoals muziek, auto’s en overvliegende vliegtuigen. Door kalm gedrag van de dieren te belonen wanneer ze worden blootgesteld aan deze vreemde prikkels, leren ze deze te negeren.

Sensitisatie treedt op wanneer dieren steeds angstiger worden voor bepaalde prikkels in hun omgeving. Om dit tegen te gaan, passen trainers desensitisatie toe. Tijdens desensitisatie worden dieren geleidelijk blootgesteld aan prikkels die angst kunnen veroorzaken. Door rustig gedrag positief te versterken, leren de dieren dat er geen reden is voor angst. Dit leidt tot minder stress en een betere aanpassing aan hun omgeving, wat vooral belangrijk is tijdens situaties zoals medische onderzoeken waar onbekende instrumenten worden gebruikt.

Werken met verschillende soorten en individuen!

Leerprincipes zijn van toepassing op alle diersoorten. Er is echter wel een verschil in de toepassing en daarmee de manier van trainen.

1- Verschil in roofdieren en prooidieren. 

2 – Zijn dieren solitair levend of sociaal?

3 – Wat is het dieettype van het dier?

Type dier

animal, impala, nature-6630954.jpg
Impala met grote horens

Roofdier of Prooidier

Er is een significant verschil tussen het gedrag van roofdieren en prooidieren, wat voortkomt uit hun verschillende overlevingsstrategieën. Roofdieren zijn snel, doortastend en vasthoudend in hun gedrag, met uitstekende visuele vermogens. Prooidieren daarentegen zijn snel, atletisch en zeer alert, en ze schrikken gemakkelijk. 

Deze verschillen spelen een belangrijke rol in de training. Prooidieren zijn vaak moeilijker te trainen wanneer ze uit hun groep worden gehaald, waardoor het ook lastiger is om een band met hen op te bouwen. Roofdieren kunnen daarentegen moeilijk te doorgronden zijn; het is niet altijd duidelijk of ze meewerken of juist op de loer liggen om aan te vallen.

Daarnaast beschikken dieren over verschillende soorten wapens die ze inzetten voor hun verdediging of aanval. Sommige dieren hebben grote verdedigingswapens, terwijl anderen beschikken over wapens waaruit ontsnappen vrijwel onmogelijk is. Deze aspecten moeten altijd in overweging worden genomen tijdens de training om zowel de veiligheid van de trainers als het welzijn van de dieren te waarborgen.

Levenswijze

meerkat, family, warm-3828228.jpg
Familiegroepen

Sociaal of Solitair levende dieren

Sociale dieren zijn gewend om samen te werken, wat een belangrijke overlevingsstrategie is. Mensen zijn ook sociale dieren, en daarom verloopt de training van sociale dieren vaak beter. Zowel dieren als mensen zijn gewend samen te werken en accepteren vaak een leider boven zich.

Echter, niet alle sociale dieren accepteren de mens; sommige kunnen de mens als een potentieel gevaar zien.

Aan de andere kant laten solitair levende dieren zich minder goed dwingen en zien ze de trainer vaak als concurrent en tegenstander. Solitair levende vluchtdieren zijn echter gevoeliger voor ‘dwang’ en laten zich sneller leiden, omdat dit een overlevingsstrategie voor hen is.

Bij de training is het belangrijk om rekening te houden met deze gedragsverschillen om een veilige en effectieve trainingsomgeving te creëren.

 

Voedingstype

bear, grizzly bear, grizzly-7860673.jpg
Beren zijn omnivoor

Voedingstype

Het dieettype van een dier bepaalt in grote mate hoe je het beste beloningen kunt gebruiken tijdens de training. Is het dier een omnivoor, een carnivoor, een insectivoor, of zijn het opportunisten?

Omnivoren en opportunisten eten alles wat ze kunnen vinden, wat hen gemakkelijker te trainen maakt met voedselbeloningen. Je hebt keuze uit verschillende soorten beloningen en kunt een grotere variëteit aan gedrag trainen.

Carnivoren hebben een dieet dat voornamelijk uit vlees bestaat, wat betekent dat vlees de meest effectieve beloning is.

Insectivoren eten voornamelijk insecten, dus insecten zijn de beste beloning voor deze dieren.

Daarnaast is het ook belangrijk om te overwegen of het dier een jager of een foerageerder is:

Jagers zijn minder actief gedurende de dag, maar vertonen krachtig gedrag in korte periodes. Training kan hierop worden aangepast door intense, korte sessies met passende beloningen.

Foerageerders zijn vrijwel de hele dag actief en hebben een groot uithoudingsvermogen. Voor deze dieren is het nuttig om langere, doorlopende trainingssessies te houden, waarbij beloningen vaker worden gegeven.

Door rekening te houden met deze factoren kun je effectiever inspelen op de natuurlijke gedragingen en voorkeuren van het dier, wat de training succesvoller maakt.

Instinct

hummingbird, bird, nature-2139279.jpg
Kolibri

Instinct

Instinctmatig gedrag kan een uitdaging vormen tijdens de training. Bij jagers is de drijfveer om te jagen zeer sterk en fungeert als een krachtige bekrachtiger. Zelfs als de jachtpoging mislukt, moet het dier de gedragsequentie afmaken. Dit gedrag is onwillekeurig en als trainer heb je hier geen directe controle over. Het is daarom cruciaal om te voorkomen dat dit gedrag tijdens de training wordt uitgelokt. Als een roofdier eenmaal dit gedrag inzet tijdens de training, zal het dit gedrag ‘oefenen’ en steeds vaker vertonen.

Prooidieren daarentegen reageren vaak met ontsnappen op nieuwe prikkels (neofobie). Ook dit is instinctief gedrag, maar hier kan tijdens de training bewust rekening mee worden gehouden.

Dierentrainers kunnen deze kennis gebruiken om effectief te trainen door ervoor te zorgen dat de ervaringen van de dieren positief zijn en in hun voordeel werken. Het voorkomen van instinctief jachtgedrag bij roofdieren en het beheersen van neofobie bij prooidieren zijn essentiële strategieën om succesvolle training te waarborgen.

 

Functie van gedrag

giraffe, animal, mammal-2191662.jpg
Giraffe met lange nek

Functie van het gedrag

Het vertonen van gedrag heeft altijd een functie, en het is essentieel dat een trainer begrijpt waarom een dier doet wat het doet. Een goed voorbeeld is de vraag: “Waarom galoppeert een zebra?”

Om deze vraag te beantwoorden, moet je nagaan wat de consequenties zijn van het galopperen. Draagt het bij aan een betere fitness? Helpt het de zebra om aan een roofdier te ontsnappen? Of speelt het een rol bij het vinden van een partner, het verwijderen van concurrenten, of het bijhouden van de kudde?

Het gedrag van dieren kan zowel gedragsmatige als fysieke functies hebben. Bijvoorbeeld, wanneer zebra’s over de grond rollen, doen ze dat waarschijnlijk om hun vacht te verzorgen. Gedrag kan ook sociaal van aard zijn, zoals het bevestigen van de rangorde, het aangaan van vriendschappen, of elkaar helpen.

Bij sommige diersoorten die in groepen leven, kan het feit dat een vrouwtje meerdere jongen krijgt van verschillende mannen een belangrijke overlevingsstrategie zijn. De functie hiervan is namelijk het voorkomen van infanticide, waarbij mannetjes hun eigen overlevingskansen en die van hun nakomelingen vergroten door de jongen van andere mannetjes te doden.

Trainers moeten altijd de onderliggende functie van gedrag begrijpen, of deze nu gedragsmatig, fysiek of sociaal is, om effectief te kunnen trainen en het welzijn van de dieren te waarborgen.

Meedoen

Hoe motiveren we dieren om mee te doen?

De kennis van de diersoort is essentieel om de juiste techniek toe te passen bij de training van dieren. Dieren vertonen gedrag om iets te bereiken of te bemachtigen. Wanneer ze iets leuk vinden, zullen ze dit gedrag herhalen. Dit is een natuurlijke wet. Als trainer is het noodzakelijk om dit te begrijpen. Hier zijn enkele belangrijke overwegingen en stappen om succesvol te trainen:

Welke beloning gebruik je?

Welke techniek gebruik je?

Hoe weet je zeker dat dit het welzijn van het dier niet negatief beïnvloedt?  H

oe voorkom je stress bij het dier?

Hoe kun je toch niet-natuurlijke gedragingen aanleren?

Hoe motiveer ik dieren om mee te doen?

Hoe start je een training?

Hoe ga je om met een angstig of juist agressief dier?

Door deze richtlijnen te volgen, kan een trainer effectief werken met verschillende dieren, hun welzijn waarborgen en succesvolle trainingsresultaten behalen.

alphabet, raccoon, to learn-8421138.jpg
Video afspelen over alphabet, raccoon, to learn-8421138.jpg

For All Animals

Scroll naar boven